19e eeuwse Valentijnstaart


Het is valentijnsdag vandaag, dé dag waarop je heimelijk je liefde kunt tonen aan die ene vlam. Of gewoon je partner verrast met 'n boeket prachtige rozen. In Engeland en Frankrijk begonnen ze ermee, romantische postkaarten naar hun geliefde sturen. Engelse immigranten namen deze gewoonte mee naar Amerika, waar het zich ontpopte tot een groots commercieel feest. Een leuk recept om vandaag te maken vond ik in het Keukenboek van Henriette Davidis. Een taart die luistert naar de romantische, franse naam Tourte d’amour. 



De taart wordt gemaakt van een soort zacht koekdeeg, (no7, weekdeeg) met brandewijn erin. Een onbekende methode, dat koekdeeg, en leuk om eens uit te proberen. Als vulling wordt een roode-wijngelei gebruikt op de onderste laag. Voor de tweede laag van een gelei van rood fruit, zoals bessen of frambozen. Hiervoor gebruikte ik home-made bessenjam van een streekmarktje. Aan de buitenrand van de vulling maakte ik een 'walletje' van fruit zodat de gelei mooi op hun plek blijven.


Dit is de werkwijze voor het deeg, hiervan worden 3 koeken gebakken. Ik had zelfs deeg over voor een vierde, als reserve.

Weekdeeg
Ingredienten voor het deeg: 500 gr bloem, 1 zakje bakpoeder, 1 volle theelepel zout, 330 gr boter, 100 gr witte basterd, 2 eidooiers, 1/2 kopje brandewijn (= ca. 60 ml)
Voorbereiding: Vet 3 lage springvormen van 20 cm doorsnede in met boter, bestuif ze met bloem. Zeef de bloem met het zout en bakpoeder. Verwarm de oven voor op 165 °C. Laat in een pan met een laag kokend water de beslagkom rusten, zo, dat de kom het water niet raakt. Zet het vuur uit. Klop de boter au-bain-marie romig. Voeg de suiker toe en klop verder. Wanneer de boter met suiker wit geslagen is, de 2 eidooiers toevoegen en weer doorkloppen. Na nog enkele minuten kloppen, de beslagkom dan van de pan nemen. Doe de bloem in de beslagkom, schenk langs de rand de brandewijn erbij. Roer voorzichtig de bloem en de brandewijn door het  mengsel, probeer dit zo kort mogelijk en voorzichtig te doen, zodat het deeg luchtig blijft. Verdeel het beslag over de 3 bakvormen en bestrooi de bovenkant eventueel met kaneel (en suiker) Schuif ze in de oven. Bak ze in ca 20 - 25 minuten lichtbruin en gaar. Laat de deegplakken afkoelen op een rooster.


Maak nu de rodewijn-gelei. Ik gebruikte dit recept van mevr. C.M. Wilderink-Jansen, uit Kookboek voor de fijnere keuken:

Roode-wijngelei
185 ml water, 250 ml rode wijn, 60 ml citroensap vers, beetje geraspte citroenschil, klein stukje kaneel, 1 kleine kruidnagel, 1 lepel bessenjam, 1 zakje taartina, 1 opgeklopt eiwit, 30 gr suiker.
Doe water, citroensap, rasp, specerijen, jam in een steelpan, laat het aan de kook komen en 10 minuten zachtjes pruttelen. Klop intussen in een kleine kom het eiwit op, niet al te stijf. Neem de pan het vuur, schenk de rode wijn erbij. Maak de taartina aan, zoals op de verpakking. Voeg het eiwit toe. Laat de gelei iets opstijven in de koelkast.

Nu kan de taart in elkaar gezet worden. Zet op de deegplak aan de buitenrand een rand van bessen of bramen. Vul deze ruimte op met de gelei. Leg de 2e deegplak er voorzichtig bovenop. Zet voor de volgende laag weer een rand met fruit. Afhankelijk van het fruitsoort kunnen dit bessen of kleine frambozen zijn. Vul de ruimte op met de jam en dek af met de 3e deegplak. Zet de taart voor een paar uur weg in de koeling. Tenslotte kun je de taart versieren met wit (water)glazuur of chocoladeganache. Decoreer met de rest van het fruit en wat sucade, zoals in het originele recept geadviseerd wordt.




Reacties

Populaire posts