Zóó smaakt gort lekker!
Voedselschaarste. Tijdens de 1e Wereldoorlog kreeg Nederland ermee te maken. Aan het begin, in 1914, kwam het scheepvaartverkeer voor een groot deel stil te liggen, veel goederen kwamen ons land niet binnen. Doordat Nederland afhankelijk was van import van bijvoorbeeld tarwe, ontstonden er direct tekorten. Men raakte in paniek en er werd aan het begin van de 1e Wereldoorlog enorm gehamsterd. Om de voedselvoorziening in goede banen te leiden werd in 1914 de Levensmiddelenwet aangenomen en in 1916 de Distributiewet. Minister Posthuma had er een zware dobber aan de voedselvoorziening in goede banen te leiden. Het kwam hem op zware kritieken te staan. Op het platteland vielen de tekorten mee, en wie het duur betalen kon, kocht her en der wat bij in de zwarte handel. Aan het eind van die oorlog, brak er tenslotte ook nog de Spaanse griep uit, wat veel slachtoffers eiste van de verzwakte bevolking.
Toen er na amper herstel, opnieuw oorlog uitbrak, werd er meteen weer flink gehamsterd. Opnieuw stagneerde de import van levensmiddelen, maar ook de export naar het buitenland. De overheid gebruikte wederom het distributiesysteem, veel goederen gingen op de bon. Tevens kwam er een nieuw beleid: het inkrimpen van de veestapel - in deze tijd niet verhandelbaar in de export. Het hierdoor vrijgekomen grasland moest de uitbreiding van akkerbouw mogelijk maken. Nederland moest noodgedwongen meer zelfvoorzienend worden. Hiertoe werden ook adviezen aan de bevolking gegeven: het stimuleren van zelfteelt, zuinig omspringen met brandstoffen, gevarieerder eten van zuivel, groenten en granen, het bereiden van peulvruchten en bonen als vleesvervanger. Van wat niet meer verkrijgbaar was, kwam een surrogaat op de markt.
Tot aan de winter van 1944 werkte dit beleid over het algemeen goed. De grote spoorwegstaking van september 1944 en de door bombardementen vernielde infrastructuur zorgden er uiteindelijk voor dat de grote steden verstoken raakten van de aanvoer van voedsel. We kennen de verhalen over de hongerwinter. Na de bevrijding duurde het nog een aantal jaren voor de schaarste voorbij was, koffie bleef bijvoorbeeld tot 1952 op de bon.
Uit deze periode stamt de folder: "Zóó smaakt gort lekker!" Uitgegeven in 1947 door de Comm. Huish. Voorlichting en Gezinsleiding. i.s.m het Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad.
"Gort is zeer voedzaam en kan tot zeer smakelijke gerechten verwerkt worden. Zij heeft zelfs iets meer voedingswaarde dan rijst en kan dit product, dat voorlopig nog schaarsch zal zijn, in menig gerecht zeer goed vervangen." Ik koos voor Pudding van gort of gortgrutten, met een saus.


Voedzaam is de pudding in ieder geval! Ik hield me helemaal aan het recept. Gort maalde ik tot grutten in een (hand)koffiemolen. De smaak vond ik prima. Een volgende keer zou ik een wat luchtiger variant proberen, en bijvoorbeeld wat schuimig geklopt eiwit door de massa spatelen.
Voor wie meer wil lezen over voedselvoorziening in de oorlog: ik gebruikte informatie uit dit boek en ook de site van de Koninklijke Bibliotheek
Reacties
Een reactie posten