Wafeltjes


Wafels, ijzerkoeken, lukken, oublies, galets en kniepertjes... allemaal koekjes gemaakt volgens hetzelfde principe. Vers gebakken vind ik ze het allerlekkerst, hoewel je de harde soorten ook prima kunt bewaren. 

In de Lage Landen worden ze al eeuwenlang gebakken. De eerste recepten van wafels dateren uit de 16e eeuw. Land van herkomst schijnt Duitsland of Nederland te zijn. Belgie is natuurlijk wereldberoemd geworden met zijn Brusselse en Luikse wafels. Erfgoedcel Brussel liet een boekje uitgeven, waarin een uitgebreide studie van Brusselse Wafels beschreven wordt. Mede-auteur Danny Crauwels gaf me een exemplaar van het boek toen ik een deel van z'n kookboekenverzameling kocht. Nu heb ik het eens helemaal doorgespit. Onze Zuiderburen adopteerden het als cultureel erfgoed, maar veel van deze gewoontes kennen we ook in Nederland. Wafels werden traditioneel gebakken op vastenavond, met Nieuwjaar en ook op kermisdagen. In de Germaanse tijd werden deze koeken onder de naam oublie (latijns voor offergave) gewijd aan de goden. De wafel heeft, vooral in de Rooms Katholieke traditie, altijd een religieuze functie gehad.

Wanneer je je eenmaal verdiept in de wafel, ontdek je dat er een enorme verscheidenheid aan ijzers bestaat. De grote, rechthoekige ijzers, met dikke ruiten zijn voor de zogeheten kermiswafels. En dan zijn er ook de platte ijzers. Kleine voor (stroop)koekjes. En grote ronde ijzers voor kniepertjes en nieuwjaarsrolletjes, een levendige traditie in Noord- en Oost Nederland. In het Bakkerijmuseum in Hattem hangt een collectie ijzers in verschillende vormen en maten. Echt een bezoekje waard!
Sommige rijke families lieten prachtig versierde wafelijzers maken, met hun initialen of familiewapen erop. Op feestdagen was het gebruikelijk dat de rijke heer of boer wafels liet bakken en dit schonk aan zijn personeel, de kerk en aan de armen. Bij het uitdelen van de wafels waren zijn initialen een mooi 'visitekaartje'.



De oudste wafelijzers werden natuurlijk gebruikt boven het open vuur. Later legde men het ijzer op het fornuis of de kachel, in een daarvoor bestemde ring. Toen na de 2e Wereldoorlog elektrische huishoudelijke apparaten geproduceerd werden, werd het bakken van wafels echt een eitje! De temperatuur is hiermee namelijk zeer constant af te stellen, waardoor het risico op aanbranden een stuk kleiner wordt. Mijn jaren '50 apparaatje heeft een vermogen van 500 watt, de nieuwste modellen tegenwoordig het drievoudige. Onderstaand apparaat is bedoeld voor zachte Amerikaanse wafels, aldus het Electro Kookboek.
Het recept wat ik met de kinderen gebruik, is er eentje om direct op te eten. Het heeft dezelfde techniek als de Brusselse wafel, het eiwit wordt apart stijfgeslagen en later bij het beslag gevoegd. Dit zorgt voor de lucht in het wafeltje, er zit geen gist of ander rijsmiddel in het beslag.
Om deze reden kun je het beslag niet laten staan, maar moet je 't direct verwerken.

Zachte wafels (2e recept)

125 gr bloem, 3 eieren, 125 gr gesmolten boter, 1 a 1 1/2 dl melk, iets zout, vanille(suiker)

Doe de bloem in een kom en meng deze met de eidooiers en de melk aan tot een gladde, betrekkelijk slappe massa. Roer er dan de gesmolten boter, zout en de vanille door. Meng tenslotte de stijfgeklopte eiwitten luchtig door het beslag. Zorg, dat het wafelbakijzer 10 a 15 minuten is voorverwarmd en vet het alleen voor de eerste wafel in met gesmolten boter. De baktijd per wafel bedraagt ca. 3 minuten; tijdens het bakken mag het ijzer niet uitgeschakeld worden. Bestrooi na het bakken de wafels met poedersuiker.

Deze wafels zijn ook lekker om te vullen, zoals het Electro Kookboek aangeeft: met banketbakkersroom, mocca beurre, stijfgeslagen room of vruchtenmoes.



Reacties

Populaire posts